GOD BESTÁÁT EN DOET WÉL IETS

 

Het kleine kind speelt in de tuin
Moeder houdt het wél in de gaten
De schommel en glijbaan  ‘n beetje schuin
Vader wil het kind  graag  spelen laten

 

Door de ouders  kan dit kind spelen
Maar meespelen  doen de ouders niet
Het kind hoeft zich echter niet te vervelen
In de grote tuin  waar het van alles  ziet:

 

Hondjes, poesjes, vogeltjes, konijnen
Een veranda, een tuinhuis  en  priëlen
Waterplassen, vijvertjes  en fonteinen
Het kind hoeft zich hier niet te vervelen

 

En het hoeft over z’n ouders niet  te klagen
Het hoeft niet  boos of opstandig  te zijn
En het hoeft zich niet  steeds  af te vragen:
“Zijn m’n ouders ’echt’  en hun bedoelingen ‘rein’” ?!!

 


© Giel Heijmans -1539-